Dit ben ik

Hallo allemaal,


Ik ben Quirine Erftemeijer. Ik ben 17 jaar en ik studeer aan de pabo in Amersfoort. Ik woon in Eemnes en ik heb in Huizen aan De Huizermaat mijn Havo diploma gehaald. Mijn hobby's zijn dansen en zingen.


Beeldende vorming

Ik heb op mijn middelbare school het vak kunst gehad. Bij deze lessen heb ik veel teken en verf technieken geleerd. Ook heb ik veel met beeldaspecten moeten doen in de zin van reflecties schijven. Ik heb kunstgeschiedenis gehad: Renaissance, Barok en kunst uit van de 20ste eeuw. Ik ben in het Krüller-Müller, Paleis op de Dam, Rijksmuseum en in het Stedelijk museum geweest.


Muziek

Op mijn middelbare school heb ik niet heel veel met muziek gedaan. Alleen de laatste twee jaren. Ik heb meegedaan met de musical Sister act 2. Hierin heb ik gezongen in een koor. Het jaar daarna heb ik meegedaan met het open podium. Ik heb toen gezongen en gedanst. Ik heb toen ik op de basisschool zat bij de Gooise muziekschool gezongen in een koor. Ook dans ik al een lange tijd.


Drama

Ik heb nooit echt veel met drama gedaan. Niet op mijn middelbare school, maar wel op mijn basisschool. Daar heb ik meegedaan aan de eindmusical van mijn groep 8.

Ik ga wel vaak naar musicals. Ik heb dus wel veel naar drama/toneelstukken gekeken.




zaterdag 25 oktober 2014

Beeldend: Narren, Zotten, Dwazen










omponent
beschrijving
Betekenis
Geef aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt? Vertel daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp.
Narren, Zotten, Dwazen zijn verkleden mensen die suffe muziek, rijmpjes en gekke verhalen vertellen. Ze zijn altijd wel een beetje raar en worden ook zo behandeld. In de middeleeuwen gebeurde dit vooral. 
Ik verkleed me bijna nooit, alleen als het sinterklaas is dan verkleed ik me als zwarte piet. Ik gedraag me dan anders, namelijk heel gek en super vrolijk. Ik voel mij ook een ander persoon als ik zwarte piet speel. Dit komt omdat ik niet herkenbaar ben door de schmink. 
Ik heb nog nooit carnaval gevierd. Ik heb wel eens meegedaan aan dansvoorstellingen van mijn dansschool. De kleding die ik dan aanhad, paste bij de soort dans, muziek of thema. 
Ik heb vooral geprobeerd om mijn masker bijzonder en raar te maken. 
= voorbereidende opdracht.


Vorm
Leg aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Het masker is redelijk rond met uitstekende ogen, een neus en een mond. Ook heeft dit masker een grote bult op zijn hoofd. 
Ik heb bij dit masker de primaire kleuren geel en rood gebruikt. Ik heb niet in detail gewerkt. Alleen de contouren zijn te zien. Er zit 3D in het masker, omdat de ogen, neus en de mond wat boller zijn gemaakt. 
Ik vind de kleuren rood en geel heel vrolijk. Ook vind ik het een rare combinatie waardoor deze kleuren dus goed passen bij een narren, dwazen, zotten masker. 
materie
Met welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal? Had je een nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja waarom?
Ik heb met lijn, kranten en vliegerpapier gewerkt. Ik heb geleerd hoe ik een krant handig in repen kan scheuren. Dit vond ik erg handig om te weten. Ook had ik nog nooit met vliegerpapier samen met lijm gewerkt. Dit was heel leuk en handig. 
Beschouwing
Welke beelden heb je gebruikt om je te laten inspireren over het onderwerp? Welke beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met het materiaal en de techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet (eventueel detailfoto’s toevoegen).
Ik heb weinig gehad aan de afbeeldingen die ik vond over dit onderwerp. Ik heb wel een beeld in mijn hoofd van hoe een nar eruit ziet. Dit masker heb ik helemaal met mijn fantasie gemaakt. Ik weet hoe ik beeldaspecten moet weergeven. In het verleden heb ik veel gewerkt met materialen om zo’n zelfde soort masker te maken. 
werkwijze
Had je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig? 
Ik heb op de basisschool heel vaak met kranten en lijm gewerkt. Maar ik had nog nooit met vliegerpapier en lijm samen gewerkt. Dit vond ik heel leuk om te doen. Ook is dit een zeer handige manier. 
onderzoek 
Beschrijf en laat met beelden zien welke stappen je in het werkproces hebt gezet. Welke keuzes heb je gemaakt en waarom? Hoe heb je de andere 5 componenten in dit proces meegenomen?
Ik ben begonnen met het maken van een grote krantenprop. Daarna heb ik deze vastgemaakt met tape. Toen ben ik begonnen met heel veel lagen krantenstroken met heel veel lijm over de prop vast te maken. 
Toen ik dat had gedaan ben ik begonnen met het maken van de vormen in het masker 3D te maken. De ogen, de neus, de mond en de bult. Deze heb ik gemaakt met propjes papier met daarover heen krantenstroken met heel veel lijm.
Daarna ben ik het gekleurde vliegerpapier eroverheen gaan doen met heel veel lijm. Geel op de ogen, de neus, de mond en de bult. Rood op de rest van het masker. 
eindoordeel:
Wat vind je geslaagd? Leg uit.
Ik vind dat mijn werk geslaagd is. Ik vind hoe alle Krantenstroken en het vliegerpapier vast zit heel goed gelukt. Dit komt door de grote hoeveelheid lijm. 
Wat kon beter? Waarom?
Ik denk dat ik meer details erin had kunnen brengen. Nu is het masker namelijk een beetje eenvoudig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten